Boulderschaal voor moeilijkheidsgraad uitgelegd » klimgids
07/25

Hoe moeilijk is moeilijk? Boulderen gaat niet alleen om kracht – het draait ook om techniek, probleemoplossing en soms gewoon uitzoeken hoe je die ene crux kunt overwinnen. Maar hoe weet je eigenlijk hoe moeilijk een boulderprobleem is? En waarom voelt een V3 in de zaal totaal anders aan dan buiten op echte rotsen? Hier is je uitgebreide gids voor de meest voorkomende bouldermoeilijkheidsgraden – en hoe je ze kunt lezen.
Wat maakt een boulderprobleem moeilijk?
De moeilijkheid van een boulderprobleem komt voort uit een mix van verschillende factoren:
Fysieke kracht en core
Technische vereisten (bijv. dyno's, platen, crimps, volumes)
Coördinatie en bewegingsstroom
Mentale uitdaging (bijv. hoogte van de eerste greep of een complexe oplossing)
Externe omstandigheden zoals rotskwaliteit, temperatuur of verlichting
Bij boulderen worden geen klimtouwen gebruikt – dus de weg naar beneden betekent bijna altijd springen of vallen op een crashpad, hoewel je soms naar beneden kunt klimmen. Dit maakt het nog belangrijker om moeilijkheidsgraden nauwkeurig te beoordelen.
Hebben boulderen en sportklimmen verschillende moeilijkheidsgraden?
Ja – en ze verschillen aanzienlijk. Hoewel sommige beoordelingssystemen er vergelijkbaar uitzien (zoals de Franse schaal in sportklimmen en de Fontainebleau-schaal in boulderen), geven ze compleet verschillende eisen aan:
Boulderen gaat over korte, explosieve bewegingssequenties met maximale intensiteit. Kracht, techniek en power zijn cruciaal.
Sportklimmen vereist dat je langere afstanden aan een touw klimt – hier zijn uithoudingsvermogen, strategie en mentale kracht over veel bewegingen wat echt telt.
Dus een 5.12a in klimmen komt niet overeen met een V8 in boulderen. De cijfers vertellen je iets over het moeilijkheidsniveau in beide disciplines, maar onder compleet verschillende omstandigheden.
Als je meer wilt weten over moeilijkheidsschalen in klimmen, kun je onze uitgebreide gids over het onderwerp bekijken.



Veelvoorkomende boulderschalen
Wanneer je regelmatig begint te boulderen, zul je snel verschillende beoordelingssystemen tegenkomen, afhankelijk van of je in een Amerikaanse gym bent, buiten op rotsen klimt, of in het buitenland. Twee schalen zijn wereldwijd ingeburgerd: de Fontainebleau-schaal en de V-schaal. Beide hebben hun eigenaardigheden, maar het doel is altijd hetzelfde: de moeilijkheid van een boulderprobleem zo realistisch mogelijk inschatten.
De Fontainebleau-schaal: De Europese standaard
De Fontainebleau-schaal (Fb) is het bekendste beoordelingssysteem in heel Europa. Het werd ontwikkeld in het beroemde bouldergebied met dezelfde naam in Frankrijk en wordt nu beschouwd als de internationale standaard voor het beoordelen van boulderproblemen op natuurlijke rotsen – hoewel het ook in veel gyms wordt gebruikt. Het varieert van 1 (zeer gemakkelijk) tot 9a (extreem moeilijk).
Vanaf 6a spreken we van gevorderd boulderen – wat natuurlijk aanzienlijke techniek en kracht vereist. De moeilijkheid wordt aangegeven door letters, soms met een optionele "+" toegevoegd.

Dus een 7a+ is moeilijker dan een 7a, maar makkelijker dan een 7b. Dat gezegd zijnde: Wat eenvoudig klinkt, kan heel anders aanvoelen, afhankelijk van je individuele boulderstijl.
De V-Schaal: Het Amerikaanse systeem
In Noord-Amerika is de zogenaamde V-schaal wijdverspreid – genoemd naar de boulderaar "Vermin" (John Sherman). Het begint bij V0 en gaat momenteel tot V17.
In tegenstelling tot de Fb-schaal zijn er geen letters of “+” toevoegingen:

Conversietabel: Fontainebleau vs. V-Schaal
Als je zowel in Europa als Noord-Amerika bouldert – of gewoon nieuwsgierig bent naar hoe de systemen zich verhouden – kan een conversietabel nuttig zijn. Het geeft je een ruwe oriëntatie voor welke V-graad je kunt mikken als je gewend bent aan een bepaalde Fb-graad (of omgekeerd).

Eén ding om in gedachten te houden: hoewel deze conversietabel handig kan zijn om je een algemeen idee te geven over moeilijkheidsniveaus, is het geen exacte wetenschap.
Stijl maakt het verschil: Traverses, highballs & meer
Boulderen is ongelooflijk gevarieerd. Niet elke boulder vraagt dezelfde vaardigheden van je – afhankelijk van stijl en oriëntatie zijn er compleet verschillende fysieke en mentale krachten vereist. Sommige boulders zullen je uithoudingsvermogen tot het uiterste drijven, andere vragen explosieve kracht of een super verfijnde techniek. Hier is een overzicht van de verschillende bouldertypes en wat je kunt verwachten:
Traverses (zijwaartse bewegingen): vaak gebaseerd op uithoudingsvermogen, meestal lager ingeschaald in moeilijkheid
Highballs (hoge boulders): psychologisch veeleisend vanwege de hoogte
Mantles: uitklimmen op een richel – technisch uitdagend
Dynos: sprongen – explosief en mentaal veeleisend
Slabs: balans telt meer dan kracht
Dit soort variatie maakt boulderen spannend – maar ook moeilijk te vergelijken.
Hoe kan ik de moeilijkheidsgraad van een boulder bepalen?
Voordat je zelfs maar weet of je naar een V2 of een V8 kijkt, moet je eerst de boulder kunnen identificeren of "lezen" – en dit verschilt per locatie:
In de gym zijn boulders meestal kleurgecodeerd. Dit betekent dat alle grepen op een route dezelfde kleur hebben, en je vindt de beoordeling op een klein bordje aan het begin – zoals "V4" of "6b+". Sommige gyms gebruiken ook een kleurgecodeerd puntensysteem of nummers per kleur (bijv. blauw = gemiddeld, rood = moeilijk). Het systeem kan variëren, dus het is de moeite waard om de legenda te controleren – vooral als je voor het eerst in een gym klimt.
Buiten op rots ziet het er heel anders uit. Hier vind je geen gekleurde grepen en meestal ook geen borden. Om boulderproblemen te vinden, heb je een gids (topo) of een app nodig. Deze laten je de lijnen, moeilijkheidsgraden en soms zelfs nuttige opmerkingen of video's zien.
Vooral buiten is het belangrijk om goed voorbereid te zijn en respectvol om te gaan met je natuurlijke omgeving, de rots en andere klimmers.
Waarom dezelfde moeilijkheidsniveaus compleet anders aanvoelen
Je hebt een V4 gehaald, maar de volgende V4 boulder lijkt onmogelijk? Dit kan door verschillende factoren komen:
Route stijl: krachtig vs. technisch
Locatie: gym vs. buiten op rots
Dagelijkse vorm: slaap, energie, motivatie
Route setter: elke boulderroute is individueel gezet
Lengte en bereik: beïnvloeden bewegingsopties
Kortom: Een bouldergraad is een richtlijn, maar geen absolute waarheid.
Indoor vs. outdoor: Verschillen in beoordelingen
Boulderen binnen of buiten is meer dan alleen een kwestie van weer of locatie. De manier waarop een boulder beoordeeld wordt, kan ook aanzienlijk verschillen afhankelijk van je omgeving. In de zaal geniet je van de voordelen van duidelijk gedefinieerde kleuren, een gecontroleerde sfeer en routes die consequent zijn uitgezet. Buiten daarentegen, ervaar je het echte avontuur – met rots, wind, zon en alle verrassingen die daarbij horen. Geen wonder dat een V3-probleem compleet anders kan aanvoelen afhankelijk van de locatie.

Veel sportscholen zijn klantvriendelijk in hun beoordeling, wat buiten tot verrassingen kan leiden.
Beoordelingssystemen als leidraad gebruiken
Of het nu V5 of 6c+ is: de moeilijkheidsgraad is slechts een deel van het spel. Wat telt, is dat je groeit door je projecten, jezelf uitdaagt en plezier hebt.
Schalen helpen je om je niveau beter in te schatten, je vooruitgang te volgen en geschikte boulders te kiezen. Maar ze vervangen niet je gevoel voor beweging – en soms telt je persoonlijke gevoel van prestatie meer dan welk getal dan ook. Dus trek je schoenen aan, pak je kalkzak en beklim die muren in stijl!














































